Kledingmaat werkkleding maattabellen
Hoe moet je meten
A. Lichaamslengte: Van de bovenkant van het hoofd tot aan de voetzool. B. Borst: De breedte van de borst, horizontaal gemeten op het breedste deel. C. Taille: De omtrek van de taille, horizontaal gemeten op het smalste punt van het lichaam. D. Lagere taille: De breedte van de lagere taille, gemeten op de plek waar de broek normaal zit. E. Heupen: De breedte van de heupen, horizontaal gemeten op het breedste deel. F. Binnenbeen: Van het kruis tot aan de voetzool. Dit is een cruciale maat voor de juiste plaatsing van kniebeschermers. Houd het meetlint goed strak tijdens het meten. De lengte van het binnenbeen is vooral van belang bij werkkleding met zakken en andere functies op de pijpen. |
Internationale en confectiematen
Internationaal |
Jeansmaat |
Confectiemaat |
Borstomvang (cm) |
Taille (cm) |
S | 30/31 | 46 | 90-93 | 77-81 |
M | 32 | 48 | 94-97 | 82-85 |
L | 33/34 | 50 | 98-101 | 87-91 |
XL | 36 | 52 | 102-105 | 92-95 |
2XL | 38 | 54 | 106-109 | 97-101 |
3XL | 40 | 56 | 110-113 | 102-106 |
4XL | 42 | 58 | 114-117 | 107-111 |
5XL | 60 | 118-122 | 112-116 | |
6XL | 62 | 123-128 | 117-123 |